De AUHV kent veel verschillende leeftijdsgroepen onder haar leden. Veel ouderen zijn opgegroeid in een tijd dat veel gevangen vis voor consumptie werd meegenomen en dat roofvissen nog mocht met levend aas. De behandeling van gevangen vis heeft in de loop der tijd meer aandacht gekregen en de jongere generaties groeien op met andere gedragsregels, wettelijke bepalingen en meer oog voor het welzijn van de vis.
Wat dat betreft is het wel eens interessant om de verhalen van oudere vissers te beluisteren. Ben je de 65 gepasseerd of wellicht al met pensioen, dan kom je waarschijnlijk nog uit de tijd dat gevangen snoek vaak werd meegenomen en opgegeten; of in het gunstigste geval met een ‘beksperder’ (zoek maar eens op in Google!) werd onthaakt en teruggezet, als de vis de haak met levend aas al niet had doorgeslikt en ten dode was opgeschreven. Het was ook de tijd dat een karper van 20 pond bijna voorpaginanieuws was en dat veel voorns, baars en paling mee naar huis ging voor moeders koekenpan. De sportvisserij kende wel een gesloten tijd; hiermee kregen de meeste vissoorten een paar maanden rust om te paaien.
Goede visstand
De jongere sportvissers groeien op met een hele andere sportvisserij. De meeste vis wordt tegenwoordig teruggezet. Daar zijn we in Nederland best trots op, want het bevordert een goede visstand. Wat niet wil zeggen dat je geen vis mag meenemen voor eigen consumptie; ook dat mag, zij het met inachtname van de minimum maten, gesloten tijden voor vissoorten en bepaalde gedragsregels. Aangezien de meeste sportvissen dus worden teruggezet en we ernaar streven dat die vis ook gezond wordt teruggezet met de meeste overlevingskans, zijn er anno 2022 gedragsregels over de behandeling van vis en vinden we ook dat ‘weidelijk vissen’ daarbij hoort.
Wat verstaan we nu onder weidelijk vissen? Je zou dit het beste kunnen omschrijven met: sportvissen met respect voor de vis. Je kunt dan denken aan verschillende gedragsregels. Zo proberen we de vis zo min mogelijk last te bezorgen, zoals je vangst met natte handen (of ín het water) onthaken om de slijmlaag zo min mogelijk aan te tasten; altijd onthaakgereedschap (en kniptang) bij je te hebben; op snoek te vissen met een onderlijntje van staal, titanium of dik fluorocarbon; bij voorkeur geen bewaarnet (leefnet) te gebruiken behalve bij witviswedstrijden, en de vis zo snel mogelijk weer terug te zetten, zeker bij hogere watertemperaturen. Mocht je een bepaalde vis willen meenemen voor consumptie, dan zorg je ervoor dat deze direct wordt gedood. Lees ook hier aanvullende gedragsregels op de
website van Sportvisserij MidWest Nederland.
Deze winde wordt in het water onthaakt.
Slijmlaag
Het is zeker niet overdreven om kwetsbare soorten wat meer in de watten te leggen. Grotere vissen en vissen als baarzen of snoekbaarzen kunnen best tegen een stootje. Maar andere soorten met een dikkere slijmlaag zijn zeker gebaat bij een natte onthaakmat die de slijmlaag beschermt, net als je de slijmlaag beschermt door een vis met natte handen vast te pakken. Bij streetfishing is een verplichting op het gebruik van de onthaakmat voor roofvis logisch; een vis op de straatstenen leggen is ‘not done’. Ken je trouwens de kieuwgreep al bij het onthaken van snoek? Bij deze methode, die je bij verenigingsleden (van de Roofvisgroep) of met filmpjes van YouTube kunt leren, komt de snoek niet eens op een ondergrond wanneer deze goed wordt toegepast. Sommige roofvissers onthaken de snoek zelfs in het water of het schepnet in combinatie met de kieuwgreep.
Karpervissers gebruiken al decennia lang de onthaakmat om de karper te beschermen. Om de slijmlaag te sparen, om teveel stress te vermijden, maar bij zwaardere karpers ook om hun interne organen te beschermen bij het spartelen. Niet voor niets worden deze vissen vaak gekoesterd door de karpervissers, door ze zelfs namen te geven of eventuele wondjes te behandelen met een (Klinik) ontsmettingsmiddel. Ook andere vissoorten, bijvoorbeeld snoek of zeelt, hebben direct voordeel van een natte onthaakmat wanneer er geen beter alternatief voorhanden is.
Onthaakmatje of niet?
Ambassadeur
Niet alleen de vis verdient respect; ook het leefmilieu van de vis - het viswater - verdient onze aandacht. Op veel niveaus wordt de kwaliteit van het water in de gaten gehouden. Ook de sportvisserij draagt daar zijn steentje aan bij met kwaliteitsmetingen, onderhoud van oevers en waterplanten, het schoonhouden van de oevers en door alert te zijn op waterverontreiniging en zwerfafval. Meld vissterfte of vervuiling daarom bij de AUHV of het waterschap. Sportvissers kunnen zelf hun steentje bijdragen door bijvoorbeeld zwerfvuil op te ruimen en zich als een ambassadeur van de hengelsport te gedragen tegenover niet-vissers. Daarom is ook het loodgebruik in de sportvisserij een issue. Het afbouwen van het loodgebruik moet leiden tot een algeheel verbod in 2027. Dat afbouwen van loodgebruik is bij de AUHV reeds begonnen in 2021 door het gebruik van loodvrije alternatieven bij wedstrijden en clubdagen.
Loodvrije alternatieven.
Weidelijk vissen is een ruim begrip, en omvat meer zaken dan hierboven beschreven, maar je kunt het toepassen in je eigen praktijk en beleving van de prachtige sportvisserij, die met zijn tijd meegaat en met respect omgaat met vis, natuur en milieu.
Goede voorlichting aan de jeugd is belangrijk.